Driemaashave, Maassluis
Driemaashave is een verblijfplaats voor bewoners met lichamelijke en psychische problemen, die niet meer thuis of in het zorgcentrum verzorgd kunnen worden. Het zorggebouw is gelegen naast een winkelcentrum en een park. Het gebouw bevat twee binnentuinen en een theetuin, wat tevens de verbinding vormt tussen het hoofdgebouw en de kleinschalige woonvoorzieningen met eenpersoonskamers.
Aan Bomar kwam de vraag voor het leveren van zowel de aluminium kozijnen als het decoratieve zetwerk aan de gevel. Hierbij moesten bij de kozijnen rekening gehouden worden met een diversiteit aan verschillende afmetingen, posities en vullingen. De eis hierbij was de toepassing van schuco profilering. Bij het zetwerk diende de ingewikkelde detaillering worden opgelost naar een eenduidige zetwerksamenstelling. Daarnaast diende er een goede communicatie in stand gebracht te worden, om de verschillende onderdelen waaraan het zetwerk kwam in goede banen te leiden.
De kozijnen dienden geplaatst te worden in de stelkozijnen die door de firma Vianen werden geleverd. Rondom deze kozijnen werd het zetwerk van Bomar gemonteerd, waardoor er een goede detaillering bedacht dient te worden. Daarnaast was een goede communicatie in de uitvoering ook van belang.
Op de dakrand is besloten het zetwerk uit drie onderdelen te laten bestaan. Allereerst de draagconstructie die het zetwerk van de constructieve sterkte deed voorzien. Door het doordachte ontwerp van de draagconstructie is het zelfs mogelijk om over het zetwerk te lopen. De bak-constructie is een onderdeel wat bestaat uit twee platen. Doordat deze platen los van elkaar waren konden de maatverschillen tussen de stelkozijnen van verschillende verdiepingen opgevangen worden. Bij de dakrand is als derde onderdeel nog een verticale borstweringsplaat gebruikt om de dakrand een mooie afwerking te geven.
Op de 3 verdiepingsvloer kwamen meerdere facetten bij elkaar. Zo diende hier niet alleen zetwerk aan de stelkozijnen gemonteerd te worden, maar ook aan de stalen trappenhuis, geveldragers en onder het metselwerk. Dit alles diende op een uitvoerbare wijze te gebeuren, maar de uitstraling diende gelijk te blijven. Bij de stalen trappenhuis bestond tevens het zetwerk uit een ronding, waardoor de maatgevoeligheid van dit fragment zeer groot was. Door een goede doordachte detaillering is dit gelukt, waarbij de overgangen als vloeiend worden ervaren.
Op de 2 en 1 verdiepingsvloer kwamen naast deze onderdelen ook nog de constructie van plafondplaten kijken. Door een uitgedachte ophangconstructie heeft Bomar weten te realiseren dat de luifelplaten op een egale wijze gemonteerd zitten en in het geheel van het zetwerk opgaan.
Al deze horizontale zetwerkplaten zijn verfraaid door de uitvoering van verticale zetwerkelementen en vinnen. Met diverse kleuren van groen van het gras tot blauw van de hemel is het een frisse kleursamenstelling wat de gevel prijkt.